Sam Matthijs wordt smid in Engeland

“Ik wil gaan reizen als kokende smid”

Sam Matthijs koos voor een uniek beroep. In het Verenigd Koninkrijk volgt hij een opleiding tot kunstsmid. Denk niet aan een smid die hoefijzers voor paarden maakt. Als smid wil Sam spullen maken die je kan gebruiken in de keuken. Waarom trok hij daarvoor naar het buitenland? Wablieft vroeg het hem.



Wablieft: Waar volg je deze opleiding?

Sam Matthijs: Dat is in Herefordshire, heel dicht bij Wales in het westen van Engeland. Als ik zeg dat ik een smid ben, dan denken mensen vaak aan paarden en hoefijzers. Ik begrijp die verwarring wel. Als ik zeg dat het niets met paarden te maken heeft, denken ze soms aan ijzeren zwaarden maken. Maar het beroep van smid is veel meer dan dat.



Dat klopt. Ik hoorde dat je al een koffiezet-apparaat maakte.

Die koffiezet was een project van vorig jaar. Die is af. Ik ben nu een toog aan het maken waarop ik dat apparaat kan zetten. Ik probeer er een geheel van te maken. Voor wat ik doe, kan je in België ook een opleiding volgen. Die opleidingen zijn deeltijds. Of je kan naar een academie in Anderlecht. Daar is veel aandacht voor het ambacht of het vak van vroeger. Dat is goed om te starten. Maar wil je zelf je eigen ontwerpen maken? Wil je een voltijdse opleiding volgen in modern smeedwerk? Dan moet je naar het buitenland. Daarom zit ik nu in Engeland.



Is de kunstsmid in België aan het uitsterven?

Er zijn er nog wel, maar minder dan vroeger. In het Verenigd Koninkrijk zijn er veel meer. Ik kreeg al les van een smid die zowel klassieke als moderne dingen maakt. Dat is soms heel fijn werk. Ik heb wel het gevoel dat er ook in België meer aandacht is voor modern smeedwerk.



Als smid heb jij een plan. Je wil echt zoals vroeger gaan reizen.

Ja, dat is een gewoonte van vroeger. Je vertrekt met een zak op je rug. Na tien jaar kom je met dezelfde zak terug. Meer heb je niet bij je. Nu doe je dat wat anders. Er zijn de sociale media. Zo kan je over heel de wereld contacten leggen met smeden. Ik kan dan naar Oost-Europa of Italië reizen. Daar zijn deze zomer activiteiten rond smeden. Daar kan ik altijd bij iemand terecht. Omdat er niet zoveel smeden zijn. Die wereld of het netwerk is klein. Ik kan dan vragen naar werk. Een leefloon daarvoor krijgen, is voor mij al genoeg.

 

Er zijn jonge mensen die het anders doen. Die willen meteen een mooie loopbaan.

Ik neem liever een andere weg. In het middelbaar onderwijs volgde ik industriële wetenschappen. Dat is een zware richting. Ik heb daar veel geleerd. Maar wat wilde ik later gaan doen? Dat wist ik gewoon niet. Daarom wilde ik er een jaar tussenuit. Om te ontdekken wat ik echt tof vond. Wat zou mij liggen? Wat houdt mij bezig? Daarom heb ik van alles geprobeerd. Zo ben ik bij dat smeden uitgekomen. Dat is wat ik wilde doen.

Zat er in jouw familie misschien een smid?

Mijn afkomst, dat is een lang verhaal. Ik groeide op in de streek rond Diest in Vlaams-Brabant. Voor mijn studies trok ik later naar Antwerpen. En nu zit ik dus in Engeland. Toen ik jong was, leefde ik tussen het groen. En mijn vader was heel handig. Die deed alles met veel passie. Ook van mijn moeder leerde ik dat je met hard werken veel kan bereiken. Als je het echt wil, dan is alles mogelijk. Dat zei mijn vader altijd. Ik ben heel blij met mijn opvoeding. Waar en hoe ik ben opgegroeid, dat maakt me blij. Mijn ouders hebben me nooit in een richting geduwd. Ik moest van hen niets verplicht gaan studeren. Ik mocht alles proberen. Ze hebben me altijd gesteund.



Je kreeg voor deze studies de steun van de Koning Boudewijn-stichting. Was dat nodig?

Dat is toch wel een grote hulp geweest. In het Verenigd Koninkrijk studeren, is heel duur. In Belgïe is studeren veel goedkoper. Met een lening of steun van mijn ouders had ik aan deze opleiding kunnen beginnen. Maar met zulke dingen pas ik liever op. Daarom zocht ik naar een andere oplossing. Toen stuurde iemand me naar een fonds van de Koning Boudewijn-stichting. Ik wist meteen dat dit mijn kans was.



Wat als de opleiding voorbij is? Ga je dan rondreizen of is er een ander plan?

Als corona het toelaat, wil ik zeker gaan reizen. Het plan is om de werkplaats van mijn oude leermeester te huren. Daar wil ik dingen maken en verkopen. Ik denk dan vooral aan dingen voor in de keuken. Ik maak graag pannen of alles wat met koken te maken heeft. Ik werkte al vaak in een keuken. Daar zou ik opnieuw deeltijds kunnen gaan werken. Ik wil zeker een jaar lang zo goedkoop mogelijk leven. Zo wil ik wat geld sparen. Samen met mijn vriendin heb ik dan een plan om een bus om te bouwen. Om er dan een tiny house of een klein huis van te maken. Met een huis op wielen kunnen we dan overal naartoe. Die reizen kunnen ook in het teken staan van koken en smeden. Ik denk aan het restaurant van een smid. Maar eerst wil ik hard werken om dan ooit te kunnen vertrekken.

Wat is de Koning Boudewijn-stichting?

Boudewijn was de koning van België van 1951 tot 1993. In 1976 kreeg een stichting zijn naam. In dat jaar was Boudewijn 25 jaar koning. De stichting steunt burgers die erg betrokken zijn bij de samenleving. Het gaat om mensen die zich inzetten voor een betere wereld. Daar hoort ook werken rond erfgoed bij. Het werk van een smid hoort bij erfgoed.

Sam Matthijs kreeg steun dankzij het Platform voor Opleiding en Talent. Dat werkt samen met de stichting om onderwijs en opleiding van Belgisch talent te ondersteunen. Sam Matthijs is een talent met een beroep dat bij erfgoed hoort. Hij kiest voor een werk van ambacht. Dat is een vak waarbij je iets knaps met je handen maakt. Het Platform wil hem daarom de kans geven om een opleiding te volgen in het buitenland. Maar er zijn nog andere studenten die steun krijgen. Dat zijn jongeren met veel talent die uit kwetsbare gezinnen komen. Die jongeren wonen vooral in Luik en Antwerpen.

Tussen 2013 en 2020 kregen 138 jongeren die kiezen voor een ambacht een beurs of geld om te kunnen studeren. Dat was voor een bedrag van ruim 1,95 miljoen euro.

Artikel door Dominique Piedfort