enkel voor abonnees

Jérôme: “Tennis speel je voor jezelf. Padel speel je samen. Dat voel ik echt.”

interview - 12 08 2021
Jérôme speelt padel

Jérôme speelt padel

Jérôme Peeters speelt padel. Dat lijkt wat op tennis en squash. Jérôme woont in Luik en zit in de Belgische ploeg van padel. Wablieft sprak met Jérôme over zijn liefde voor de sport.

 

Wablieft: Wat is padel?

Jérôme Peeters: Padel is een mengvorm van tennis en squash. De rackets lijken op strand-rackets met gaten erin. Er zitten geen touwen in zoals bij tennis-rackets. Je speelt altijd twee tegen twee in een glazen kooi. Die is aan alle kanten drie meter hoog. De puntentelling is wel zoals bij tennis: 15, 30,40, game… Een spel padel heeft altijd twee sets van zes punten. De vloer van het veld bestaat uit plastic gras. Veel voetbalvelden zien er ook zo uit. 

 

Wat zijn de regels?

Je slaat de bal over het net naar het veld van de tegenspelers. Hij mag één keer op de grond doen botsen en daarna op de muur. Twee keer op de grond mag nooit. De tegenspelers spelen de bal terug en volgen dezelfde regels. 

Bij de opslag speel je altijd schuin. Als jij rechts op het veld staat, speel je naar de persoon die jij links voor jou ziet. Je houdt je racket bij de opslag onder de heupen. Er blijft dan ook één voet op de grond.  

 

Mag de bal buiten de glazen kooi gaan?

Ja. Je mag de bal heel hard op de grond van het andere veld botsen. De bal kan ook over de muur vliegen. De tegenspelers moeten dan snel de kooi uit lopen. Ze gaan door een van de deuren aan het net. Van buiten de kooi proberen ze de bal weer naar binnen te spelen. Zulke punten zien er heel bijzonder uit!

 

Kan iedereen padel spelen?

Zeker! Je kan het spelen van zes tot 99 jaar. De ploegen voor wedstrijden bestaan uit vrouwen of mannen. Er zijn ook gemengde ploegen van een man en een vrouw. Op het hoogste niveau zijn die er niet.

 

Hoe is de sport ontstaan?

In 1926 speelden mensen een soort tennis in het park van New York. Rond hun veld stonden hekken. Die zorgden ervoor dat de bal niet weg kon. De sport leek op padel, maar was nog niet helemaal gelijk.

Het eerste padel-veld met de juiste grootte ontstond in 1969 in Mexico. Daar speelde een jongen tennis in de tuin van zijn vader. Die vond het niet leuk dat de ballen altijd uit het veld vlogen. Daarom bouwde hij er muren rond. Er was niet veel plaats, dus het veld was kleiner dan een tennisveld. Hij gaf zijn zoon ook houten rackets. Die werkten daar beter.

Een vriend van de vader woonde in Spanje. Die keek naar het kleine tennisveld en bracht de sport mee naar zijn land. Hij bouwde er ook de eerste club voor padel. Een Argentijnse vriend van de Spanjaard nam de sport ook mee naar huis. Padel werd snel geliefd in heel Zuid-Amerika.  

Begin 2000 kwamen veel Argentijnen naar Noord-Europa. Die brachten de sport weer mee naar hier. De eerste padel-club van België ontstond tien jaar geleden in Brussel.

 

Er zijn steeds meer padel-velden in België. Hoe komt dat?

Dat komt door corona. Mensen konden alleen nog fietsen en lopen. Andere sporten konden niet meer. Padel was wel nog mogelijk. Daarom is het nu zo bekend. In Europa spelen steeds meer mensen padel. Dat is heel goed voor de sport.

Uit
Jérôme speelt padel
Uit

Wanneer ben jij begonnen met padel?

Dat was vijf jaar geleden. In een tennis-club in Luik bouwden ze het eerste padel-veld van Wallonië. Ik probeerde het uit. Pas een jaar later leerde ik de juiste regels. Toen begon ik het ook meer te spelen. De aanpak is anders dan tennis. Om te winnen, moet je over andere dingen nadenken.

 

Jij speelde eerst tennis. Helpt dat bij padel?

Ja. Ik hield mijn racket al op de juiste manier vast. Ik wist ook hoe je een bal over het net speelt. De sporten zijn anders, maar toch hielp het veel dat ik al goed tennis speelde.

 

Je bent nu nummer één in België. Hoe ben je die geworden?

Punten tellen gebeurt in België op een rare manier. In Vlaanderen en Wallonië zijn er andere lijsten met punten. Er is ook een lijst van heel België. Daar sta ik op nummer één. Toch is dat niet helemaal juist. Door corona waren er maar drie wedstrijden in plaats van vijf. Ik sta ook op nummer één in Wallonië. In Vlaanderen won ik samen met mijn partner een belangrijke wedstrijd.

Ik raakte aan de top omdat ik al heel goed tennis kon spelen. De andere mensen van de Belgische ploeg komen ook uit het tennis. Eén persoon speelde eerst basketbal. 

 

Aan welke wedstrijden deed de Belgische ploeg al mee?

Wij deden al mee aan het wereld-kampioenschap. Dat was twee jaar geleden in Paraguay. We haalden daar plaats acht. In Zuid-Amerika, Portugal en Spanje spelen ze de sport al langer dan bij ons. Daarom halen die landen meestal de eerste plaatsen. De Belgische ploeg deed ook mee aan het Europese kampioenschap. Dat was twee jaar geleden in Portugal.

 

Hoe ziet zo een kampioenschap eruit?

Er zijn verschillende rondes met elk een andere lijst van ploegen. Elke ronde bestaat uit meerdere wedstrijden. In de eerste ronde win je zoveel mogelijk. Als dat lukt, komt jouw ploeg bovenaan op de lijst. De eerste acht landen komen in een nieuwe lijst. Zij mogen spelen voor plaats één tot en met acht. De andere landen komen ook op een nieuwe lijst. Zij spelen vanaf plaats negen. Er zijn ook kwartfinales, halve finales en een echte finale.

De Belgische ploeg bestaat uit acht mensen. Elke wedstrijd speel je per twee. Op één dag zijn er drie wedstrijden tegen een land. Daar doen dus zes mensen van de ploeg aan mee. De volgende dag speel je tegen een ander land.

 

Is elke wedstrijd zo?

Neen, alleen de kampioenschappen. Er zijn ook gewone wedstrijden. Als je daarbij verliest, moet je stoppen met spelen. Er zijn dan geen verschillende lijsten. 

 

Wat vind jij zo leuk aan padel?

Dat we veel plezier maken en lachen. Padel is anders dan tennis. We spelen twee tegen twee en staan dichter bij elkaar. Na de wedstrijd gaan we vaak samen iets drinken.

Ik ga zelf een padelclub starten met de tennisser Steve Darcis, de voetballer Guillaume Gillet en een man aan wie ik lessen geef. Zij houden ook veel van de sport.

 

Welke padeldromen heb je nog?

Ik wil met de Belgische ploeg graag een mooie plaats halen op het wereld-kampioenschap. Daarnaast wil ik met mijn partner Belgisch kampioen worden. Twee jaar geleden verloren we de finale net. Die wil ik nu wel winnen.

Ik wil ook graag naar Spanje om bij te leren. Hier leer ik vooral als ik kijk naar video’s van mensen die padel spelen als beroep. In Spanje kan ik veel leren over aanpak en techniek. Ze spelen daar al lang padel op hoog niveau.

 

Als je moest kiezen tussen padel en tennis, welke sport zou jij dan kiezen?

Ik zou padel kiezen. Ik gaf tennis-lessen vanaf mijn 16de tot drie jaar geleden. Nu geef ik padel-lessen. Mijn liefde voor de sport komt vooral doordat we samen plezier maken. Bij padel speel je meestal in het veld tussen de glazen muren. Bij tennis is dat niet zo. Daar doe je de opslag achter de lijnen van het veld. Je speelt daar ook vaak buiten het veld. Tennis speel je voor jezelf. Padel speel je samen. Dat voel ik echt. 

 

 

Interview door Eefje Vanpoucke

Uit
Jérôme speelt padel
Uit