Jean-Marc Mwema: "We maken zeker kans om naar het WK te gaan"

Jean-Marc Mwema speelt basketbal bij de Belgian Lions

De Belgian Lions is de ploeg van België in het basketbal bij de mannen. De Lions proberen zich te plaatsen voor het wereldkampioenschap (WK) van 2023. Op vrijdag 25 februari en maandag 28 februari spelen ze daarvoor tegen Letland. De Lions wonnen eerder al van topland Servië. Eén van de sterren op het veld was Jean-Marc Mwema. Helpt hij de Lions ook winnen van Letland?

 

Jean-Marc Mwema is 32 jaar. Hij speelt sinds vorig jaar weer voor de Antwerp Giants. Bij die ploeg speelde hij voor het eerst in de eerste klasse van het Belgische basketbal. Dat was in 2008. Van 2016 tot 2021 speelde Mwema in Oostende. Met die ploeg werd hij vijf keer na elkaar kampioen van België. Oostende won in die jaren ook drie keer de beker. Sinds 2011 speelt Mwema ook voor de Belgian Lions. 

Wablieft: Kunnen de Lions winnen van Letland?

Jean-Marc Mwema: Ja, ik denk dat we kunnen winnen. Letland heeft een sterke ploeg. Die speelt fel en met veel agressie. Dat zagen we toen Servië tegen Letland speelde. Dat was een spannende en hevige wedstrijd. Onze wedstrijd tegen Letland zal dus een zware strijd worden. Maar we maken zeker een goede kans.

De Lions zijn nu ook een heel sterke ploeg. Misschien wel de sterkste ploeg die België ooit al had?

Wellicht wel, ja. Zeker nu Sam Van Rossom en Ismael Bako er ook bij zijn. Zij spelen bij topclubs in Spanje. Als iedereen in de ploeg gezond blijft, zijn we zeker één van de sterkste Belgische ploegen ooit.

De Lions wonnen eerder al van Servië. Dat land was altijd al een topper in het basketbal. Jullie staan nu eerste in de groep. Had je dat verwacht?

Servië haalde al finales op WK’s, EK’s en de Olympische Spelen. Dat was natuurlijk niet altijd met dezelfde spelers. Wij speelden tegen een andere ploeg. Maar daarom moeten we niet minder trots zijn. Servië heeft ook nu topspelers in de ploeg. Winnen van hen gaf ons vertrouwen. Het was een mooie start in de strijd om ons te plaatsen voor het WK.  

België kon zich nog nooit plaatsen voor een WK basketbal bij de mannen. Lukt het deze keer wel?

Het is nog veraf. Na de wedstrijden in deze groep volgen nog wedstrijden in een andere groep. Doen we het daar goed? Pas dan kunnen we naar het WK. Maar de kans is er zeker. We hebben sterke spelers. De ploeg werkt ook heel goed samen. Dat is misschien wel het belangrijkste. Blijven we spelen zoals nu? Dan maken we zeker kans om naar het WK te gaan.

De Belgian Cats, de vrouwenploeg in het basketbal, plaatste zich voor het volgende WK. Ze doen het al jaren erg goed. Volg je hun wedstrijden?

Het lukt niet elke keer om hun wedstrijden te bekijken. Maar heb ik de kans? Dan kijk ik zeker. En ik volg hun resultaten natuurlijk wel. De Cats doen het al wat jaren erg goed. Ik hoop dat ze dat kunnen volhouden, en dat ze het heel goed gaan doen op hun WK.

Krijgt basketbal meer aandacht door het succes van de Cats en de Lions?

Ik merk dat zelf niet echt. Maar er mag zeker meer aandacht zijn voor basketbal. Tv-zenders betalen om wedstrijden in het voetbal te mogen uitzenden. Bij basketbal gebeurt dat niet. Onze wedstrijden zie je bijna nooit op tv. Dat is wel jammer. Want onze topploegen doen het echt goed. Ze kunnen een mooi voorbeeld zijn voor jongeren die aan sport doen. Ze kunnen dan zien wat je als speler kan bereiken. Het kan hen een mooi doel geven. Hopelijk helpen onze goede resultaten om basketbal meer aandacht te geven.

Basketters trainen minstens even hard als voetballers. Toch verdienen voetballers veel meer. Vind je dat jammer?

Iedereen wil graag meer verdienen, denk ik (lacht). Maar het verschil is wel logisch. In het voetbal gaat het om vele miljoenen euro’s. Clubs zijn vaak heel rijk. Er is erg veel aandacht voor voetbal. Er zijn veel inkomsten uit reclame. Dat is bij basketbal allemaal veel minder, zeker in België. In landen als Frankrijk of Spanje is het verschil met voetbal wat kleiner.

Elke speler beseft dat ook wel. Ja, basketters verdienen minder dan voetballers. Maar dan weer meer dan volleyballers, bijvoorbeeld. Weinig mensen maken zich daar druk over. Het belangrijkste is dat we onze sport graag doen, en dat we onze doelen bereiken.

Hoeveel uur per week train jij?

Dat hangt vooral af van de trainer. Niet elke trainer verwacht dat je evenveel uren per week traint. Nu train ik twee keer per dag twee uur. Op de dag voor en de dag na een wedstrijd hebben we één training van twee uur. Hebben we veel wedstrijden na elkaar? Dan vallen tussendoor ook wel enkele trainingen weg. Je lichaam moet ook genoeg rust krijgen om te herstellen van een wedstrijd.  

Je begon ooit met basketbal als hobby. Nu speel je het veel uren per week. Blijft het spel dan nog leuk?

Ja, ik speel nog altijd heel graag basketbal. Misschien vindt niet iedere prof het spel nog even leuk als vroeger. Maar ik hou nog altijd van de spanning van de wedstrijden, en de emotie die erbij hoort. Daar leef ik voor. Ik wil als speler ook nog altijd beter worden. 

Enkele spelers van de Belgian Lions spelen in Frankrijk, Spanje of Israël. Vind je het jammer dat jij niet in het buitenland speelt?

Ik had een paar keer interesse van clubs in het buitenland. Echte plannen zijn er nooit gekomen. Ik speelde in België altijd bij Oostende of Antwerpen. Dat zijn de twee beste clubs van ons land. Dan voelde ik me ook altijd goed. Ik zou wel graag in het buitenland spelen, maar ik heb geen spijt dat het nog niet gebeurde.

De bekendste basketters spelen in de Amerikaanse NBA. Naar welke speler daar kijk jij op?

Ik was altijd al een grote fan van LeBron James. Mensen vergelijken hem vaak met Michael Jordan. Wie van hen is nu de beste speler? Ik vind het altijd interessant om mensen daarover te horen praten.

Had je ook Belgische helden in het basketbal?

Als kind ging ik soms kijken naar de wedstrijden van Antwerpen. Later ging ik daar dan zelf spelen. Ik trainde er met spelers naar wie ik opkeek. Daar waren enkele Amerikaanse spelers bij, maar ook Roel Moors. Hij was toen al jaren een topper in het Belgische basketbal. Het was heel fijn om in de ploeg te zitten met spelers naar wie ik toen erg opkeek.

Je deed eind vorig jaar mee aan de tv-quiz ‘De slimste mens ter wereld’. Dat programma heeft veel kijkers. Merkte je daar zelf iets van?

Ja, dat viel wel op. Mensen spraken me niet de hele tijd aan op straat, hoor. Maar op sociale media kreeg ik wel meer aandacht.    

Je speelde vier afleveringen mee in de quiz. Je won er twee. Daardoor mocht je met de negen beste spelers strijden om de titel. Je moest toch afzeggen, omdat je een wedstrijd moest spelen. Vind je dat jammer?

Ik vond het heel jammer, ja. We hebben met de ploeg een heel drukke agenda. Het was al moeilijk om tijd te maken voor de gewone afleveringen. Dat lukte met veel hulp van de club gelukkig wel. Maar ik kende toen de plannen voor december nog niet. Dan vonden de opnames voor de laatste afleveringen van de quiz plaats. Ging onze ploeg door in de strijd voor de Europese beker? Daar hing veel van af. We konden ons plaatsen. We moesten een wedstrijd spelen in Duitsland. Daardoor moest ik afzeggen voor de finale van ‘De slimste mens’. Dat vond ik heel spijtig, want ik vond het heel leuk om die quiz mee te doen.

In november vorig jaar speelde je een wedstrijd tegen de ploeg van Aalst. Tijdens de pauzes in de wedstrijd kwamen er danseressen op het veld. Enkelen van hen hadden zich verkleed als Zwarte Piet. Je schreef een bericht op Instagram om die vorm van racisme aan te klagen. Zie je het als je plicht om onrecht aan te klagen? 

Nee, het is geen plicht. Ik voelde ook geen druk van andere mensen om te reageren. Ik wilde er zelf wel iets over zeggen, want ik voelde me niet goed bij die verklede danseressen van Aalst. De club van Aalst toonde in haar antwoord helemaal geen begrip. Dat vond ik erg jammer. En ik was niet alleen. Ik kreeg veel steun van mensen die het met me eens waren. Daar waren ook veel mensen uit Aalst bij. 

Nadien kreeg ik veel vragen van kranten en radiozenders. Ze wilden me over de zaak in gesprek laten gaan met andere mensen. Dat vond ik niet nodig. Heb ik iets te zeggen? Dan zal ik dat zeggen. Maar ik voel zeker geen nood om allerlei onrecht aan te klagen.

Interview door Ruud Meert