enkel voor abonnees

Olympische Spelen met problemen

buitenland - 27 03 2020
atleet Ivo Van Damme in 1976
Foto: Wikimedia Commons

De Olympische Spelen gaan in Tokio niet door in 2020. Dat komt door de corona-crisis. Tokio houdt de Spelen ten laatste in de zomer van 2021. Ook tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog waren er geen Olympische Spelen. Er waren ook Olympische Spelen die wel plaatsvonden. Ook al waren er problemen. Wablieft geeft een overzicht.

 

1936: De Spelen van Hitler

De Olympische Spelen van 1936 waren in Berlijn. De nazi Adolf Hitler was toen de leider van Duitsland. Volgens de nazi’s vormden witte mensen met blond haar het beste ras. De Verenigde Staten hadden veel zwarte atleten. Dat land wilde eerst niet deelnemen aan de Spelen.

Hitler wilde tonen hoe machtig Duitsland was. Hij liet een groot stadion bouwen voor 100.000 mensen. Dat stadion bestaat nog altijd. In 2006 was daar de finale van het wereldkampioenschap voetbal. Toch lukten niet alle plannen van Hitler.

Van het Internationaal Olympisch Comité (IOC) mocht Hitler geen toespraken houden. Hij moest ook een Joodse schermster toelaten in de Duitse ploeg. Hitler werd niet de held van de Spelen. Dat was de Amerikaan Jesse Owens. De zwarte atleet won vier gouden medailles.

Na de Spelen kwamen er verhalen over Hitler en Owens. Die zeggen dat Hitler geen hand wilde geven aan Owens. Maar dat was niet waar. Hitler gaf op de eerste dag alleen Duitse atleten een hand. Dat mocht zo niet van het IOC. Daarom gaf hij tijdens de Spelen niemand nog een hand. En Owens viel zelf op met een uitspraak. Hij zei dat hij in Duitsland een betere behandeling kreeg dan in de Verenigde Staten. Zo gaf Owens kritiek op de Amerikaanse racisten.

 

1968: Meer rechten voor zwarten

De Olympische Spelen van 1968 waren in Mexico-Stad. Voor het begin van de Spelen was er protest van Mexicaanse studenten. Ze wilden meer rechten. De betoging ging mis. Er was veel geweld. Er vielen bijna 300 doden.

En tijdens de Spelen was er protest van de Amerikaanse zwarte atleten. Ze lieten een boodschap op hun kleren drukken. Daarmee vroegen ze meer rechten voor de zwarten in de Verenigde Staten. Dat protest kreeg een hoogtepunt na de finale van de 200 meter lopen. De zwarte Amerikanen Tommie Smith en John Carlos werden eerste en derde. Op het podium kregen ze hun medaille. Daarna klonk het Amerikaanse volkslied. Smith en Carlos bogen hun hoofd. Ze staken een vuist in de lucht. Allebei droegen ze een zwarte handschoen. Dat was het symbool van de Black Power (zwarte macht). De atleten kregen een zware straf. Ze moesten de Spelen verlaten.

Een andere zwarte Amerikaanse atleet dacht alleen aan de sport. Bob Beamon won het verspringen met een sprong van 8,90 meter. Hij brak het wereldrecord met meer dan een halve meter! Pas in 1991 deed de Amerikaan Mike Powell het beter. Hij sprong toen 8,95 meter ver. Dat is nog altijd het wereldrecord.

 

1972: Een aanslag op Israël

De Olympische Spelen van 1972 waren in München. Dat was toen een stad in West-Duitsland. In Oost-Duitsland was er communisme. Pas in 1990 werd Duitsland weer één land. West-Duitsland wilde de Spelen van 1936 doen vergeten. Maar die droom kwam door een drama niet uit.

Palestijnse strijders vielen binnen in het verblijf van atleten uit Israël. Ze doodden twee atleten. Daarna volgde een gijzeling. De strijders vroegen de vrijlating van Palestijnse gevangenen in Israël. De gijzeling eindigde op een vliegveld. Het plan om de atleten daar te bevrijden, mislukte helemaal. De atleten kwamen allemaal om. Israël nam daarna wraak. Het land liet de opdracht-gevers van de gijzeling vermoorden. Dat verhaal zie je in de film ‘Munich’ van Steven Spielberg uit 2005. Toch besliste het IOC om de Spelen te laten plaatsvinden. Voor heel wat atleten hoefde dat niet meer. Ze verlieten zelf de Spelen.

Twee atleten vielen in 1972 op. De Amerikaanse zwemmer Mark Spitz won zeven gouden medailles en brak ook zeven wereldrecords. Dat was een record tot in 2008. Toen won de Amerikaanse zwemmer Michael Phelps acht keer goud. En de West-Duitse Ulrike Meyfarth won het hoogspringen. Ze was nog maar 16 jaar. Zo werd ze de jongste atlete ooit die goud won. Meyfarth kwam helaas te vroeg aan de top. Ze maakte daarna moeilijke jaren mee. Maar wat gebeurde er tijdens de Spelen van 1984? Toen won ze weer goud!

 

1976: Afrika verlaat de Spelen

De Spelen van 1976 vonden plaats in de stad Montreal in Canada. Kort daarvoor had de rugbyploeg van Nieuw-Zeeland een wedstrijd gespeeld in Zuid-Afrika. In Zuid-Afrika was er toen Apartheid. Zwarte mensen hadden er minder rechten dan blanken. Daarom gingen andere landen niet sporten in Zuid-Afrika. Het land mocht van 1964 tot en met 1988 ook niet deelnemen aan de Olympische Spelen.

De Afrikaanse landen vroegen in Montreal om Nieuw-Zeeland uit te sluiten. Maar dat weigerde het IOC. Ook omdat rugby geen olympische sport was. Uit protest verlieten bijna alle Afrikaanse landen met hun zwarte atleten de Olympische Spelen.

Tijdens de Spelen viel de jonge Belg Ivo Van Damme op. De loper won twee keer zilver. Hij was nog maar 22 jaar. Ooit kon hij zeker goud winnen. Maar Van Damme stierf later dat jaar bij een ongeval met zijn auto. Zijn naam leeft voort dankzij de Memorial Van Damme. Dat is de belangrijkste wedstrijd voor atletiek in België. 

 

1980: Amerikanen gaan niet naar Moskou

Het IOC koos in 1980 voor het eerst voor een land van communisme. Het moest tonen dat de Olympische Spelen er voor alle landen waren. De Spelen vonden plaats in Moskou. Die stad lag toen de Sovjet-Unie (nu Rusland).

In 1979 vielen de Russen Afghanistan aan. De Amerikaanse president Jimmy Carter eiste dat de Russen zich zouden terugtrekken. Anders zouden de Amerikanen niet deelnemen aan de Spelen. Dat noemen we een boycot. De Russen trokken zich niet terug. De boycot ging door. De Verenigde Staten vroegen aan andere landen om hun voorbeeld te volgen. In totaal zouden 65 landen niet deelnemen aan de Spelen. Daarbij waren West-Duitsland, Japan en China. Het Verenigd Koninkrijk en Australië lieten de atleten zelf beslissen. België en Nederland namen wel deel aan de Spelen. Deze landen vonden dat er een scheiding moest blijven tussen sport en politiek. Voor België was Robert van de Walle de held. Hij won goud in het judo door in de finale een Rus te verslaan. Ook de Britse lopers Sebastian Coe en Steve Ovett vielen op. Ze streden om de winst op de 800 en de 1.500 meter lopen.



1984: De wraak van de Russen

In 1984 waren de Spelen in Los Angeles in de Verenigde Staten. De Sovjet-Unie vond de stad onveilig. De lucht zou er ook te vuil zijn voor sporters. Daarom wilden de Russen niet deelnemen. Maar dat waren niet de echte redenen. De Russen namen gewoon wraak. Ze waren de boycot van de Amerikanen in 1980 in Moskou nog niet vergeten. De Russen vroegen aan de communistische landen en aan de landen van Oost-Europa om hun voorbeeld te volgen. Alleen Roemenië nam wel deel aan de Spelen.

Jesse Owens was de held uit 1936. Zijn kleindochter mocht de olympische vlam dragen. En de Amerikaanse atleet Carl Lewis wilde het in 1984 even goed doen als Owens. Hij slaagde in dat plan. Lewis won vier keer goud. Hij deed dat net als Owens bij het verspringen en de 100, 200 en 4 x 100 meter.

Het sportieve drama kwam van Zola Budd en Mary Decker. Zij liepen samen de 3.000 meter. Budd kwam uit Zuid-Afrika en liep op blote voeten Ze werd Britse. Zo kon ze deelnemen aan de Spelen. Decker was een Amerikaanse en wilde goud in eigen land. Maar tijdens het lopen haakten hun benen in elkaar. Decker viel en moest opgeven. Het publiek begon Budd uit te jouwen. Maar de val was niet haar schuld. Budd begon traag te lopen. Zo haalde ze het podium niet. In 2016 kwam hierover een film uit. Toen werden de twee vrouwen eindelijk vriendinnen.

Uit